Akelei
Akelei Aquilegia vulgaris
Vaste plant
Bloeitijd: april – mei – juni
Naam: De Nederlandse naam is van de wetenschappelijke naam afgeleid. Aquilegia is afgeleid van aquila, arend. Als je een bloem afplukt en omkeert, zie je met enige verbeelding de klauw van een arend. Je kunt zelfs de klauw open en dicht laten gaan door in de bloem te knijpen. Vulgaris komt van het Latijnse vulgus, het volk – een ‘gewone’ plant dus.
Botanisch: De bloem van een Akelei hangt ondersteboven, je kunt de meeldraden en stempels er onderuit zien hangen. Zo zijn het stuifmeel en de nectar beschermd tegen regen. De nectar wordt geproduceerd in de omgekrulde sporen bovenop de bloem. Alleen hommels met lange tongen kunnen de nectar uit de spoor puren. Hommels met korte tongen knagen van bovenaf gaatjes in de spoor. Zweefvliegen en mieren profiteren mee van deze vernielzucht. De Akelei profiteert niet: om bestoven te worden moeten insecten langs de stempels en meeldraden strijken.
In de tuin: Akeleien zijn in de Costerustuin overal en in allerlei kleuren te vinden. Het zijn lieflijke bloemen, waarin je een krans van vijf duifjes kunt zien, die met de kopjes naar elkaar toe zitten.