De Costerustuin is een historische botanische tuin.
Botanisch, omdat er vooral oorspronkelijke – in de natuur voorkomende – planten staan. Daarnaast zijn de planten niet naar kleur of bloeitijd gerangschikt, maar staan planten van één plantenfamilie bij elkaar. De Costerustuin is een systeemtuin. De indeling van de Costerustuin is het resultaat van eeuwenlang wetenschappelijk botanisch onderzoek, waarbij planten worden ingedeeld op basis van uiterlijke kenmerken.
Over het ontstaan van de tuin lees je op de pagina Historie.

Kijken in de Costerustuin
Wat bij de Costerustuin direct opvalt zijn de naambordjes. Zoveel mogelijk planten zijn voorzien van een bordje met daarop de familienaam, de Latijnse soortnaam en de Nederlandse naam. Linksboven staat een nummer van 0 tot 40. Dit is het ordenummer. De ordenaam staat ernaast vermeld. Plantenfamilies met hetzelfde nummer hebben eigenschappen gemeen. Op de plattegrond van de tuin kan je de ordenummers terugvinden. Sinds de zomer van 2019 staan er bovendien paaltjes in de tuin met daarop een QR-code. Wie met de smartphone de code scant, wordt naar de Plantencollectie op deze website geleid en krijgt informatie over plantenfamilies en hun altijd in de tuin aanwezige vertegenwoordigers.

Een voorbeeld
De Peulvruchten-orde is op de plattegrond terug te vinden bij nummer 30. De bloemen van de families in dit perk zien er ongeveer hetzelfde uit. Zijn de bloemen al uitgebloeid dan kan je de planten in dit perk herkennen aan de peultjes die gegroeid zijn op de plaats waar eerst bloemen zaten.

Rondleidingen
Tijdens rondleidingen kom je meer te weten over de planten in de Costerustuin. Maar met vragen kan je altijd bij de vrijwilligers van de tuin terecht. Op werkochtenden zijn zij in de tuin aanwezig. Ook kan je dan eventueel een boek lenen om in de tuin iets op te zoeken. Deze boeken moeten wel in de tuin blijven!

Planten herkennen
Een mooie gele bloem (foto) gezien? Wil je die ervaring met anderen delen, dan is het handig als je de naam van de plant kent. Is het een roos of een gele lis? Al zou je alleen al kunnen zeggen op welke andere plant deze lijkt! Goed kijken naar de stengel, de bladeren en vooral de bloem van de plant helpt om de naam te weten te komen. De wortel van de plant geeft ook informatie, maar dan moet je de plant beschadigen. Er zijn boeken waarbij je een plant op bloemkleur kunt opzoeken. Vaak moet je heel wat pagina’s doorworstelen maar dan vind je het wel. Met kijken en vergelijken kom je een heel eind!

Wetenschappers hebben het plantenrijk ingedeeld (taxonomie) en planten die op elkaar lijken bij elkaar gegroepeerd. De Geïllustreerde Flora van Nederland van 1909 (van Heimans, Heinsius en Thijsse) laat zo’n plantenindeling zien. Op internet is dit standaardwerk in zijn geheel te bekijken. Klik daartoe op deze link (opent in nieuw tabblad). De flora heeft een stap-voor-stap opzet waarbij je door middel van vragen de naam van de plant kan vinden. Vraag 1 aan het begin van het boek luidt: Is uw plant een boom of een heester? Vraag 2 luidt: Is het een waterplant? Verderop wordt het al snel lastiger en een groot nadeel van dit boek is dat de tekeningen zwart-wit zijn. Deze flora is vooral goed te gebruiken als je al ongeveer weet tot welke familie een plant hoort en daar op zoekt!

Inzichten uit vroeger tijd
Ook al spreken mensen verschillende talen, de namen van planten over de hele wereld zijn vastgesteld en overal hetzelfde! De taal die gekozen is, is het Latijn. Carl Linnaeus heeft dit bedacht in 1753. Iedere toen bekende plant kreeg een Latijnse ‘voornaam’ en ‘achternaam’. In China weten ze dus ook over welke plant je het hebt als je de Latijnse naam noemt. Ook planten die na Linnaeus zijn ontdekt hebben Latijnse namen volgens zijn systeem gekregen.

Planten kan je op een heleboel manieren indelen. Bijvoorbeeld naar de functie die de plant heeft: om te eten (aardappels), als medicijn (tijmsiroop), om stoffen te verven (indigo). Charles Darwin heeft in 1859 een indeling van planten gemaakt op basis van de evolutie van het leven op aarde. Welke plant was er eerst en welke is daarna ontstaan? Er zijn grofweg vijf grote stappen in de evolutie van het plantenrijk. Eerst waren er groene (water)planten, toen kwamen de landplanten, daarna de vaatplanten en lange tijd later de zaadplanten. Als laatste ontstonden de bloemplanten. Hoe hoger het ordenummer, hoe later de plant in de evolutie ontstond. In de Costerustuin horen de (groene) varenplanten tot orde 0 en de composieten, zoals margrieten en asters tot orde 40 (de laatste). Met deze volgorde zou je een stamboom kunnen maken van alle opeenvolgende plantenfamilies in de evolutie.

Nieuwe wetenschappelijke kennis
In de Costerustuin houden wij vast aan een plantenindeling waarbij je aan de buitenkant van een plant kan zien wat voor plant je voor je hebt. Misschien heb je een loepje nodig om goed in een bloem te kijken, maar dat is alles. Inmiddels heeft de wetenschap veel geavanceerdere technieken om planten te bestuderen: microscopisch onderzoek, chemische analyse en zelfs analyse van DNA- en RNA-materiaal van planten is mogelijk. Hieruit zijn nieuwe inzichten gekomen. Bijvoorbeeld dat sommige planten die erg op elkaar lijken helemaal geen familie van elkaar zijn! Op basis van deze inzichten maken wetenschappers een nieuwe indeling van het plantenrijk. Dat kan verwarrend zijn en moderne technieken heb je nu eenmaal niet bij de hand als je naar planten loopt te speuren in de natuur. In de Costerustuin houden we daarom een oude indeling aan!

Wil je meer weten over de nieuwste ontwikkelingen dan kan je contact opnemen met de Hortus Botanicus in Leiden of de Botanische Tuinen in Utrecht. Zij hebben nieuwe systeemtuinen ingericht volgens de laatste inzichten.

Wilt u op de hoogte blijven van onze activiteiten en andere actuele informatie ontvangen, meld u dan aan voor onze, onregelmatig verschijnende, nieuwsbrief door hier te klikken.

english_flag

For information in English, please click here.

German_flag

 Für Informationen auf Deutsch, bitte hier clicken.