Jan Costerus leefde in een tijd waarin natuurbescherming in de kinderschoenen stond. De noodzaak om natuur in Nederland te beschermen werd voor het eerst gevoeld toen de gemeente Amsterdam in 1904 van het Naardermeer een vuilstortplaats wilde maken. Wat moet je anders met zo’n moerassig gebied! De waarde van grond werd immers al eeuwenlang vooral beoordeeld op het nut voor land- of tuinbouw. Gelukkig vond dit plan geen doorgang en heeft de kort daarop opgerichte Vereniging Natuurmonumenten het Naardermeer aangekocht: het startpunt voor natuurbescherming.

De Costerustuin aan de Zonnelaan, jaren dertig

Als bioloog hoorde Jan Costerus bij het toen nog kleine groepje wetenschappers dat een pleidooi hield voor het belang van inheemse planten en de natuur in Nederland in het algemeen. Het was de tijd van Jac. P. Thijsse, Heimans en anderen die de schoonheid van de natuur op alle mogelijke manieren probeerden te promoten. Wie kent niet de Verkade-albums van Jac. P. Thijsse met de mooie plaatjes en de toegankelijke tekst?

Op latere leeftijd was het Costerus’ grote wens om een tuin met inheemse planten in te richten. Costerus had als wetenschapper en docent zijn sporen verdiend en verhuisde na zijn pensionering, rond 1920, van Amsterdam naar Hilversum. Een vrij kleine tuin naast de bibliotheek aan de Herenstraat, voor iedereen gratis toegankelijk, vormde het startpunt.

Rondleiding


In het begin vonden bezoekers deze tuin waar ‘onkruiden’ gekoesterd werden maar raar, maar door de uitleg van Costerus en zijn mede-oprichters kwam er steeds meer enthousiasme voor dit initiatief. Toen de bibliotheek in 1929 verhuisde moest ook voor de tuin een andere plek gevonden worden. Aan de Zonnelaan in Hilversum werd in 1930 opnieuw een tuin ingericht en deze was aanzienlijk groter. Dat kwam meer in de richting van wat Costerus voor ogen had. Inmiddels was deze energieke man 81 jaar oud en hoewel nog even enthousiast voor al wat groen is, moest hij het de laatste jaren van zijn leven wel wat kalmer aan doen.

Plantuitgiftedag

Toen Jan Costerus in 1938 overleed had hij er alles aan gedaan om het voortbestaan van zijn tuin te garanderen. De grond aan de Zonnelaan, eigendom van de gemeente Hilversum, werd ‘om niet’ gehuurd. Omgeven door achtertuinen leek het bovendien een plek waar geen andere bestemming aan kon worden gegeven. Ook financieel hoopte hij de tuin veilig te stellen: zijn legaat van 1000 gulden, in beheer bij de gemeente Hilversum, zou jaarlijks een rente opbrengen voor de kosten van het onderhoud. Jan Costerus heeft met zijn ideeën en zijn inzet een prachtige basis gelegd voor de huidige tuin aan de Zonnelaan!