Grote Centaurie

Grote Centaurie Costerustuin
Grote Centaurie Costerustuin

Grote Centaurie Centaurea scabiosa

Vaste plant

Bloeitijd: mei-juni

Naam: Naast een Grote hoort natuurlijk een Kleine. Met de naam Kleine Centaurie werden echter allerlei verschillende planten aangeduid, wat maakt dat deze verwarrende aanduiding niet meer wordt gebruikt. De Nederlandse naam Centaurie is gebaseerd op de wetenschappelijke naam, die is afgeleid van centaur, een mythische wezen dat half man, half paard was. Centaurs werden beschouwd als zeer kundig in de kruidengeneeskunde. Scabiosa komt van scabies, schurft, en verwijst ook naar de geneeskrachtige werking van deze plant. Een aftreksel van deze plant werd in het verleden gebruikt bij wondverzorging.

Botanisch: Grote Centaurie valt onder de Composieten-orde. De kleine bloemen staan met veel bij elkaar in een bloeiwijze. Een bijzonderheid is de prikkelbaarheid van de meeldraden. In elk van de minibloempjes zit een mechanisme dat lijkt op een injectienaald: de meeldraden zijn aan de top, de helmhokjes, vergroeid tot de huls. Zodra de helmhokjes rijp zijn, strooien ze wat stuifmeel in de huls. De nog onrijpe stijl is de ‘zuiger’ die onderin de huls zit. Wanneer een insect op de bloem landt, trekt de huls van meeldraden zich samen zodat de zuiger, met daarop een lading stuifmeel, plotseling omhoog komt. Zo wordt het insect bepoederd. Na verloop van tijd strekken de meeldraden zich weer, de huls wordt langer en dan is het mechanisme klaar om een nieuwe lading stuifmeel af te leveren. Totdat de stijl ‘rijp’ is en twee stempels ontplooit, dan past de zuiger niet meer in de huls.

In de Costerustuin: Grote Centaurie houdt van kalkrijke, stikstofarme grond en een plekje in de zon.