Ginkgo

Japanse Notenboom Ginkgo biloba

Boom

Bloeitijd: april-mei, fraaie herfstkleur

Naam: De boom is ingevoerd in Europa vanaf het Japanse eiland Deshima. Ginkgo is afgeleid van Gin = zilverig en Kyo = abrikoos. De vruchten lijken op zilverige abrikozen. Biloba, tweelobbig, is de vorm van de bladeren aan jonge takken.

Botanisch: Uit de familie van Ginkgo-achtigen is de Ginkgo biloba de enige overlevende soort. Andere soorten zijn slechts bekend uit fossielen. De Ginkgo heeft dan ook terecht de naam van levend fossiel. Ook in botanisch opzicht is de Ginkgo een buitenbeentje: de bladeren lijken op die van loofbomen maar de zaadknoppen liggen niet verstopt in een vruchtbeginsel, maar zijn voor de stuifmeelkorrels direct toegankelijk. De Ginkgo behoort dan ook tot de naaktzadigen, waartoe ook Taxussen en Dennenbomen behoren. De bomen van de Ginkgo produceren òf stuifmeel òf vruchten en zijn dus mannelijk òf vrouwelijk. Alleen de vrouwelijke bomen dragen vruchten.

In de tuin: De Costerustuin heeft een vrouwelijke boom. Elke herfst worden we dan ook ‘getrakteerd’ op een regen van abrikooskleurige vruchten. De vruchten verspreiden een doordringende stank. Voor de dapperen onder ons: als je het vruchtvlees verwijdert en de harde kern roostert, kun je die eten. Vandaar de benaming: Notenboom.