Bonte Gele Dovenetel

Bonte Gele Dovenetel Costerustuin
Bonte Gele Dovenetel Costerustuin
Bonte Gele Dovenetel Costerustuin

Bonte Gele Dovenetel Lamiastrum galeobdolon var. argentatum

Vaste plant

Bloeitijd april-mei

Naam: In Nederland groeien verschillende soorten Dovenetel; dit is de Gele met het (zilver)bonte blad. Een Brandnetel prikt, een Dovenetel niet. Lamiastrum kun je vertalen als: bloem met grote muil. Galeobdolon is afgeleid van de Griekse woorden gale – bunzing en obdolon – stank. Dat is raar, kneus maar eens een blaadje: deze Gele Dovenetel stinkt niet. Ooit werd deze plant gerekend tot de Andoorns, familienaam: Galeobdolon. Andoorns stinken wèl. Argentatum betekent: zilverig, wat slaat op de vlekken op het blad.

Botanisch: Deze Dovenetel is een echte Lipbloemige. Een vierkante stengel, grof getande bladeren, en bloemen met een flinke boven- en onderlip. Insecten landen op de onderlip, om nectar onderuit de kroonbuis te peuren. De bovenlip buigt zich over de rug van het insect heen en geeft stuifmeel af (als de helmknoppen rijp zijn) of neemt stuifmeel op (als de stempel rijp is). Als je van onderaf in de bloem kijkt, kun je de helmknoppen zien zitten, als vier kleine geelbruine kabouterslofjes. De stempel is alleen een dunne spriet met een gespleten uiteinde. Als de gekleurde bloemkroon is afgevallen, kun je onderin de groene kelk vier zaden zien rijpen. De kelk blijft nectar produceren, dat zorgt voor geregeld mierenbezoek (zie foto onder). Als de zaden rijp zijn, worden ze door de mieren verspreid.

In de Costerustuin: De Bonte Gele Dovenetel is een plant die van droge schaduw houdt. De plant bloeit tot eind mei en gaat dan in zomerrust.

Bonte Gele Dovenetel Costerustuin