Rode Boskamperfoelie

Rode Boskamperfoelie Costerustuin
Rode Boskamperfoelie Costerustuin
Rode Boskamperfoelie Costerustuin

Rode Boskamperfoelie Lonicera periclymenum ‘Serotina’

Klimplant

Bloeitijd: juni-augustus

Naam: Dit is geen wilde plant, maar een cultuurvariëteit. Dat kun je zien door de toevoeging ‘Serotina’, ofwel ‘Laatbloeiend’. Door kruising en selectie wisten plantenkwekers, uitgaande van de Wilde Kamperfoelie (L. periclymenum) en de niet geheel winterharde Tuinkamperfoelie (L. caprifolium), deze variëteit op de markt te brengen. Geheel winterhard en opvallend door de rode knoppen en bloemen die aan de buitenkant paarsrood zijn. Laatbloeiend? Wilde Kamperfoelie begint in mei te bloeien, Rode Boskamperfoelie in juni. Kamperfoelie is een verbastering van het Latijn: caprifolia (= geitenblad): alleen geiten vreten van deze plant. Lonicera (je zegt: loniseera) naar Adam Lonitzer (1528-1586, botanisch schrijver), periclymenum is een benaming uit de klassieke oudheid.

Botanisch: De Rode Boskamperfoelie is een echte liaan; de plant klimt omhoog in bomen of pergola’s. De bloemen leveren veel nectar. ‘s Avonds beginnen de bloemen te geuren en lokken nachtvlinders. Die blijven zweven voor de bloem en peuren met hun lange tongen in de kroonbuis naar nectar. Deze vlinders landen niet op de bloem, en dat verklaart de ver uitstaande stijl en meeldraden. Die bieden geen pootsteun maar steken zover uit dat ze de harige lijfjes van de vlinders raken en stuifmeel kunnen afgeven of opnemen.

In de Costerustuin: De Rode Boskamperfoelie kan uitsluitend door stek of weefselkweek worden vermeerderd. De giftige, rode bessen worden zelden gevormd en zijn onvruchtbaar.