Wijfjesvaren

Wijfjesvaren Costerustuin
Wijfjesvaren Costerustuin
Wijfjesvaren Costerustuin

Wijfjesvaren Athyrium filix-femina

Vaste plant

Bloei: n.v.t.

Naam: Waar een Wijfjesvaren is, moet ook een Mannetjesvaren zijn, en dat klopt. Twee soorten die op elkaar lijken maar niet gelijk zijn. De verdeling in mannetjes en wijfjes is misschien wel de oudste manier om zaken te ordenen. Athyrium is niet tot een betekenis in het Latijn of Grieks te herleiden, maar de soortnaam is duidelijk: filix betekent varen en femina vrouw.

Botanisch: Varens zijn niet-bloeiende planten die zich vermenigvuldigen door middel van sporen. De Wijfjesvaren hoort bij de grote familie van Eikvarens, maar groeit op voedselrijkere plaatsen dan andere Eikvarens. De bladeren van de Wijfjesvaren ontspruiten niet uit een kruipende wortelstok, maar vanuit één punt. Zo ontstaat de fontein-achtige groeiwijze. Elk blad is groot en driedubbel geveerd, d.w.z. dat de kleine deelblaadjes nog eens diep ingesneden zijn. Bij Mannetjesvarens zijn de deelblaadjes gaafrandig tot enigszins gezaagd. Wijfjes zijn sierlijker. Aan de achterkant van het blad vind je in de zomer de bruingele, kommavormige sporenhoopjes.

In de tuin: Deze varen wordt vaak als tuinplant gebruikt. In de lente doen de opgerolde bladeren denken aan een ineengedoken vogelspin, maar de spinnenpoten ontrollen zich al snel tot fraaie bladeren.

Wijfjesvaren Costerustuin
Wijfjesvaren Costerustuin