Wieden, wieden, wieden
Natuurlijk, onkruid bestaat niet, maar het overwoekert soms andere planten die we graag willen tonen in de Costerustuin. Het onderscheid is weleens moeilijk te zien, zeker als alles in het voorjaar net boven de grond komt. Een overzicht van belangrijke onkruiden zou een welkom hulpmiddel zijn bij het wieden. ‘Dat hebben we!’, wisten de vrijwilligers Lieke, Loes en Tinka, en de tekst werd opgeduikeld. Een boekje voor elke vrijwilliger is het resultaat.
Jaren geleden schreef oud-vrijwilligster Jeanne Bok-Krieger met flair en kennis van zaken over 17 belangrijke onkruiden. Over de Kleine Veldkers noteerde ze: ‘Dit is het allereerste bloeiende ‘onkruid’, mooi en lief, maar veel te heerszuchtig’. Jeanne kwam bij de tuin toe ze al tegen de 80 liep. Ze tuinierde op de vierkante centimeter, met een aardappelmesje en zat daarbij rustig twee uur op haar knieën, zonder knielmatje. Ze was opgeleid als wiskundige aan de Universiteit Leiden maar van een carrière is het niet gekomen want in die tijd stopte je met werken na het huwelijk. Later, na haar scheiding, werkte ze als directiesecretaresse en was ze actief bij de vereniging voor natuuronderzoek. Als een boer wilde overstappen op biodynamische landbouw, moest de grond eerst ‘ontgiften’ en dan baggerde ze welgemoed door een sloot om te kijken of de juiste zogenaamde signaalplanten al weer aanwezig waren.
Met haar tekst in de hand, ging onze vrijwilligster en kunstenares Renata Mantorska dit voorjaar aan de slag. Zij verzorgde beeld en vormgeving en benaderde Michal Jurys, een bevriende kunstenaar-drukker, om er een handzaam boekje van te maken. Et voilà, alle vrijwilligers ontvangen in de loop van mei een exemplaar: ‘Wieden in de Costerustuin’. Past tijdens het wieden heel handig in de broekzak.
Foto: Renata Mantorska op het bankje onder de Liriodendron met ‘Wieden in de Costerustuin’